Zondagmiddag met Sjaak – Dialoog met mijn gewond geraakte zelf. 

De ziel is een vruchtbare voedingsbodem voor mij als kunstenaar. Een plek waar ik steeds naar terugkeer op zoek naar inspiratie, richting en groei. Binnen deze context schreef ik, aangemoedigd door mijn vriendin, een brief aan Sjaak, het drammerige, gewonde alter ego in mij dat naar voren komt wanneer ik moe ben en me onzeker voel. Sjaak is iemand die eenieder van ons, denk ik, wel een beetje kent.

 

 

ZONDAGMIDDAG MET SJAAK

 

 

Zie je wel, ik zei het toch.’ ‘Het wordt niets, het kan niet, het is onmogelijk.’ 
 
‘Goedemorgen Sjaak, ook blij jou weer te zien. De zon schijnt. Laten we naar buiten gaan, een kop koffie drinken op het terras.’ 
 
‘De zon schijnt, de zon schijnt? We moeten werken vriend. Nu, is het moment. Anders redden we het niet. En weet je bovendien wat die koffie op het terras kost tegenwoordig?’
 
‘Wat redden we niet Sjaak?’ 
 
‘De rekeningen, een dak boven ons hoofd, te eten, te drinken, Alex, dat redden we niet. We moeten aan de slag.’
 
‘Ok Sjaak.’
 
Dames en heren, dit is Sjaak. Sjaak is mijn innerlijke majordomus, mijn huismeester. Sjaak zorgt ervoor dat alles op rolletjes verloopt. Dat we voldoende geld op onze bankrekening hebben. Dat de auto op tijd door de apk komt, dat we de nieuwste iPhone bezitten. Sjaak zou het niet kunnen verdragen dat wij rood zouden komen te staan. Zou kapot gaan van schaamte als wij onze broek niet zelf op zouden kunnen houden. 
 
Sjaak is vaak overgevoelig, neerslachtig, drammerig, kleinzerig en melodramatisch. 
 
Sjaak heeft het niet makkelijk gehad. Als kind werd hij veel gepest. 
‘Hey, Woordenboek, ken je nog meer van die moeilijke zinnen?’ 
‘Hey, Van Gogh, lekker aan het schilderen? Zou je jezelf ook niet eens een oor afsnijden?’ 
‘Alex de Muis, in het gasfornuis, nah nah nah nah nah.’ 
 
Sjaak heeft altijd moeten vechten voor zijn plek. 
 
Hij was die lange slungel met de handen in zijn zakken die tijdens gym altijd als laatste overbleef wanneer er teams gekozen werden. Sjaak was die jongen die er bij ruzies steevast uit werd gepikt om eens een lekkere stomp aan uit te delen. Sjaak werd vroeger vaak voor meisje aangezien, en meisjes zagen hem niet staan. Hooguit als ‘vriend’ om bij uit te huilen als ze weer eens waren gedumpt door de grootste etterbak van de klas. Sjaak was een waardeloze, verlegen, sentimentele slappeling die naar rare muziek luisterde, zichzelf sneed en thuis vaak om het minste en geringste in blinde woede uitbarstte. 
 
Zijn vader was emotioneel maar half aanwezig en zijn moeder een vat vol angsten. Toen de moeder van Sjaak op jonge leeftijd overleed, verdween zijn vader naar Zuid-Frankrijk om ‘zichzelf te vinden’. Sjaak en zijn broer achterlatend in zelfredzaamheid en verdriet. 
 
Sjaak vindt het oneerlijk dat datgene waar hij wel goed in is, namelijk kunst maken, schijnbaar alleen wordt gewaardeerd door zijn oma en een paar goedbedoelende ooms en tantes op zijn Facebook tijdlijn. Sjaak vindt het onbestaanbaar dat hij na al het harde werk overdag bij de TV, een moment waarop ieder ander normaal mens aan de ‘Netflix and Chill ‘ zou gaan, hij weer aan het ‘echte’ artistieke werk moet. Sjaak vindt dat hem onrecht wordt aangedaan omdat hij zijn hele leven lang moet zwoegen onder het gezag van sommige ongetalenteerde machtswellustelingen terwijl de bergen talent die hij heeft niets bijdragen aan het huishoudboekje (integendeel zelfs). 
 
Sjaak vindt de vrouwen die hem ineens wel zagen staan toen hij cameraman werd hypocriet. Toen hij de kans kreeg heeft hij emotionele wraak genomen door op hun harten te gaan staan. Net zoals hij wraak heeft genomen op zijn pestkoppen door de coolste baan op aarde te krijgen en, verdooft door liters whisky en adrenaline, de wereld over te vliegen op zoek naar rampen en oorlogen. 
 
Sjaak heeft zichzelf altijd voorgehouden dat het tijdelijk zou zijn. Heeft me altijd beloofd dat ik, Alex, ook een keer aan de beurt zou komen. Dat als we zijn pad zouden blijven volgen het, uiteindelijk, wel goed zou komen. Maar eerst moesten we nog een miljoen kilometer reizen en tientallen dalen en ravijnen overbruggen. We moesten lijden, we moesten afzien. Dat was de weg van de kunstenaar.   
 
Tegenwoordig is Sjaak uitgeput en bang. Hij klampt zich al jaren vast aan een leven dat niet meer het zijne is. Hij wil wel verandering, maar hij durft niet. Hij wil anderen niet om hulp vragen en hij is ervan overtuigd dat de Alex die hij wel is, er voor de buitenwereld niet toe doet. Hij ‘weet’ simpelweg dat het geklets over zijn ‘ware kracht’ ons niet zal helpen overleven. Zonder de glans van het imago als cameraman zijn we gedoemd. Zonder de auto, de iPhone en de creditcard, is het mooie leventje voorbij, vindt Sjaak.
 
Sjaak kan het niet uitstaan dat Alex geen moer geeft om die auto, die iPhone en die creditcard. Alex vindt geld gereedschap, niet iets wat hij om zijn nek wil hebben hangen als een fonkelende halsband die anderen de macht geeft hem aan het lijntje te houden. Wat Alex wil is tijd om te kunnen verdwalen, zodat hij in het onbekende op zoek kan naar nieuwe, creatieve, schatten. Wat Alex wil is vriendelijk, aandachtig, attent, grappig en charmant zijn. Wat Alex wil is genieten van zijn werk, van de zon, van de liefde en van de wijn. Wat Alex wil is kunst maken omwille van het maken van de kunst. 
 
Wat Alex wil is rust. Wat Alex wil is aandacht voor zijn gezin. Wat Alex wil is sterk staan op de pier in de Noordenwind, pijp in de mondhoek en laarzen in de klei. 
 
Wat Alex wil is niet zo moeilijk. 
 

Wat Alex wil…

…is Alex zijn. 

 
Amsterdam – 14-04-2024
 

Category: Writing Dutch